top of page

Presentator, Journalist

De "Snotneus - Affaire"

In 2015 besluiten we om in de presentatie van het teruggekeerde Brandpunt een oude traditie in ere te herstellen. De eindgrap. Die ging al vanaf de jaren zestig vooraf aan het spreekwoordelijke “Dit was Brandpunt, goedenavond”. Het wordt totaal onverwacht mijn valkuil.  

 

Ik typeer in de uitsmijter Jesse Klaver van Groen Links als “een snotneus”. De politicus heeft in een parlementaire zitting bankiers belerend toegesproken met de woorden: “Ik ben blij dat ik niet in uw universum leef”. Ik heb niks met bankiers, maar ook niet met het “Kremlinologisch” wegzetten van deze weliswaar omstreden beroepsgroep. “De snotneus”. Al kijk ik iets te serieus: een grapje. 

 

De hel breekt los. “De snotneus-affaire”. Onder aanmoediging van social media is het land inmiddels een anoniem vuurpeloton geworden. Boosaardiger dan in de brutale pioniersjaren zestig van het moedige Brandpunt.  

Er wordt “onthuld” dat ik twee jaar eerder een congres heb geleid bij ABN-AMRO. Het was destijds een puur journalistiek optreden bij het verschijnen van de miljoenennota. De teneur is: ik ben net zo’n graaier als al die bankjongens.  

 

Je kunt  uiteraard van mening verschillen over de vraag of het een journalist is toegestaan om elders congreswerk te verrichten. Maar ik heb als onafhankelijk dagvoorzitter een zuiver geweten. En had destijds zwart-op-wit en op goede gronden toestemming van de kro-leiding om op dat podium te staan.  

 

Sterker nog: toen kro-directeur Rijssemus mij in 2010 vroeg om bij het hernieuwde Brandpunt gezichtsbepalend anchor te worden, had hij er contractueel mee ingestemd, dat ik congreswerk kon blijven doen en die opdrachten tijdig aan de omroep zou melden. En zo zou het ook allemaal geschieden. 

 

Maar als puntje bij paaltje komt blijken die afspraken ineens zachter dan boter kan smelten. Kro -directeur Rijssemus en tijdelijk hoofd informatie Leo Feijen gedragen zich als angsthazen. Buiten mijn medeweten wordt een persbericht verspreid waarin een onderzoek naar mijn ethisch handelen wordt aangekondigd. Op de sociale media tettert een heel land mee. Het is wrijven in een olievlekje. 

 

Ik besluit Brandpunt te verlaten. En eis dat in een nieuw persbericht zal worden gemeld dat niet aan mijn integriteit wordt getwijfeld. En dat ik mij zal toeleggen op het genre documentaires. Dat gebeurt ook. Maar met alle begrip voor vraagtekens bij journalistieke bijverdiensten, voel ik mij verraden. Tegen knikkende knieën is geen afspraak bestand.  

Journalistiek is geen vak voor bange mensen. Het leiden van een omroep kennelijk wel.  

 

Ik merk om me heen de hypocrisie in omroepland. Veel collega’s van vrijwel alle omroepen treden in het land op als dagvoorzitter. Van boekingsbureaus verneem ik, dat nogal wat vakbroeders zich in allerijl laten verwijderen van de websites. Publicitaire steun ervaar ik van Frits Wester, die openlijk onbegrip uitspreekt over de gang van zaken. 

 

Jeroen Smit, voortreffelijk journalist en schrijver van o.m. het standaardwerk  De Prooi (over de troebelen bij ABN-AMRO) zegt dat hij met genoegen tegen betaling op veel podia staat. En zich zo in staat stelt om geld, middelen en tijd vrij te maken voor zijn researchwerk. Een journalist met beroepseer kan in beginsel overal journalist zijn, is de strekking. Interessante discussie.  

 

Er is mij vaak gevraagd: hoe is het mogelijk dat een grapje over Jesse Klaver mij zo fataal kon worden? Ik denk dat meespeelde dat het allemaal gebeurde op een moment dat in mijn privéleven zware tijden waren aangebroken. Ik voelde mij eenvoudig niet krachtig genoeg.  

 

Achteraf had ik natuurlijk in de publicitaire storm mijn kro-contract moeten openbaren. En ook het feit dat ik, zoals vaker gebruikelijk, alle teksten van de uitzending – inclusief de Jesse Klaver-grap – tevoren had voorgelegd aan tijdelijk informatie-chef Feijen. Die tekende geen bezwaar aan. De “snotneus-affaire”. Ik heb er spijt van, dat ik het mij heb laten overkomen.  

 

Voor Brandpunt had ik in conflictgebieden menigmaal kunnen worden doodgeschoten. Ik leidde met de hoogst mogelijke opvattingen en onwaarschijnlijke inzet grote redacties. Ik was boegbeeld van gedurfde uitzendingen, die soms ook in eigen vlees leken te snijden. De Reporter-uitzending over CDA-leider Elco Brinkman leidde bij de kro nog dezelfde avond tot een paar duizend opzeggingen. Dat was geen doel, maar “collateral damage” rond een pijnlijke maar faire onthulling.   

 

Ik heb, samengevat, voor aanzienlijk hetere vuren gestaan dan een lullig grapje over Jesse Klaver.  Maar in die episodes werd de kro nog geleid door dapperder mensen met een hart voor journalistiek en de kwetsbaarheden mensen in dat vak. Ik ben er kapot van. Maar ook: niet kapot te krijgen, besluit ik binnenin. Al moet ik de energie van de vloer schrapen, ik ga documentaires maken. Anderhalf seizoen later wordt Brandpunt opgeheven. 

bottom of page