
Brandpunt 2.0
“Eens per week: terugkeer van de vermaarde titel. Ik ben als een vis in het water. Stevige verhalen. Andere invalshoek. We maken het onderscheid.”
Taco Rijssemus, dan directeur kro, besluit in 2010 dat Brandpunt op de buis moet terugkeren. Het motief ligt voor de hand: het is de krachtigste informatieve titel uit de tv-geschiedenis. Hij vraagt mij om een van de gezichtsbepalende anchormen te worden.
Ik doe mee, onder voorwaarde dat het mij vrij staat om in het land ook congressen te mogen blijven leiden. Na het sneuvelen van Netwerk is mijn rol als dagvoorzitter een belangrijke bron van inkomsten geworden. Ik schep er groot genoegen in om langs die weg zowat alle segmenten van maatschappij en bedrijfsleven van binnenuit te leren kennen. Het sterkt mij ook als journalist.
Bovendien: bij grillige omroeppolitiek ben je als programmamaker nooit verzekerd van het voortbestaan van welk programma dan ook. Rijssemus begrijpt dat. In het contract wordt vastgelegd dat congreswerk is toegestaan en dat ik die opdrachten vooraf meld. Dat zal ik in al die jaren trouw doen.
Er breken fantastische tijden aan. Ook omdat geweldige collega’s als Aart Zeeman, Wouter Kurpershoek en Sven Kockelmann aan het avontuur meedoen. En eindredacteur Bas van der Ham erin slaagt om een voortreffelijk team van verslaggevers om ons heen te verzamelen. Brandpunt 2.0 is er maar een keer in de week. En geeft ruimte aan grote onderscheidende reportages. Het motto is: actualiteitenrubrieken zijn er elke dag, maar er is maar één Brandpunt. Beter, dieper, langer.
Ik voel me als een vis in het water. Voor mij voelt het bijna als de sublimatie van mijn lange tv-ervaring. De kracht van het verhaal, gegoten in vaardige montage, voorbij de waan van de dag. Het is een genot om in reportagewerk op te trekken met ambitieuze collega’s. In veel teamwork voel ik dat ik veel van mijn ervaring kan overdragen aan anderen. De montagekamer is een speeltuin van creativiteit en visuele en inhoudelijke zeggingskracht. Maar dan slaat voor mij het noodlot toe. (zie “De Snotneus-affaire”)