top of page

Presentator, Journalist

20 jaar
Het Gevoel
van de Vierdaagse

Bij mijn afscheid als presentator en eindredacteur van Het Gevoel van de Vierdaagse maak ik een korte documentaire over de belevenissen in die twee decennia. Het wordt een vrolijke soms hilarische terugblik op een wandelevenement waarvan ik pas na vele jaren de essentie ben gaan begrijpen.

Misschien is het mij in mentale zin nooit gelukt om Nijmegen te verlaten, m’n geboortestad waar mijn hele familie nog woont, waar ik als beginnend journalist op een brommetje achter het nieuws aanjoeg, waar ik ook vandaag nog NEC-supporter ben en waarover m’n vriend Frank Frank Boeijen melancholisch zingt: “In de verte ligt Nijmegen bij zonsondergang, de brug, de kerktoren, ik ga naar huis..”. Dichters in de dop waren we in de gedeelde jeugdjaren. En onze liefde voor Nijmegen is meer dan chauvinistisch lokaal-patriottisme. Het is stomtoevallig de stad waar, in de nadagen van Het Rijke Roomsche Leven, in kinderrijke gezinnen voor ons het grote dromen begon. Frank was de jongste van tien, ik de jongste van acht. De stad was nog door en door katholiek. Onze lieve ouders hadden het niet gemakkelijk, maar het was thuis een zoete inval. Behalve in gedachten was er amper privacy. “Hier was ik een koning te rijk en moederziel alleen”, zou Frank er later over zingen.

 

Met de Vierdaagse had ik niks. Natuurlijk liep ik als jochie een eindje mee met militairen die van heinde en verre kwamen en in vreemde talen zingend langs het ouderlijk huis marcheerden. Voor het eerst kwam de wereld voorbij. Maar gaandeweg zou ik alle belangstelling voor dat lopen en lijden verliezen, ook gevoed door een zeker anti-militarisme dat in m'n puberteit gangbaar was. In de volwassen jaren trok ik in de Vierdaagseweek louter nog naar Nijmegen om mij in cafeetjes langs de route te laten vollopen. De spiritualiteit van al dat gewandel verloor het royaal van de spiritualiën. 

 

Toch ontstaat later het idee om over de wandelmars een dagelijks tv-programma te maken. Ik ben verbaasd over de groei van het fenomeen en raak zelfs gefascineerd door de magnetische werking ervan: tienduizenden wandelaars die omstuwd door honderdduizenden toeschouwers door het Rijk van Nijmegen sjokken en sjouwen: wat is hier in hemelsnaam gaande? Een programma over de Vierdaagse, het voelt voor mij al snel als een “thuiswedstrijd”, al blijf ik mij verwonderen over het bloedserieuze carnaval van de tocht en is de toon van onze verslagen aanvankelijk overgoten met enige ironie.

We besluiten dat in het programma niet louter het “wandelen” de maat slaat, maar het accent moet worden verlegd naar sferische portretjes, historische notities, opmerkelijke verhalen en anekdotische randzaken. Met een groot team van makers is het strijden tegen de klok. Geen reportage duurt langer van drie, vier minuten, het is een rollercoaster van duizenden montage-snits en muziekovergangen. Met een enkele druk op de knop wordt het uiteindelijk via Hilversum over het land verspreid, met altijd meer dan een miljoen kijkers. De conclusie is: zo’n programma moet niet het verslag van de Vierdaagse zijn, maar een programma over de Vierdaagse. Dat is een wezenlijk verschil, vinden we.

Voor mijn afscheidsdocumentaire bekijk ik alle 120 uitzendingen en het leidt tot een sprankelend eindproduct van grappige en hartstochtelijke fragmenten. Ik interview vier mensen: mijn jeugdvriend Jacques Thielen (van wie ik als opstandige jongeman nooit had durven vermoeden dat hij ooit  zou meelopen, maar die dat toch met grote regelmaat zou doen en er lyrisch over is), Bianca Cuppen uit Weurt (schitterende vertelster die zich als “Vierdaagse-verslaafde afficheert), Hennie Sackers (marsleider van het wandelevenement) en prof. Herman Pleij (de welbespraakte chroniqueur van onze landsaard). Ik laat in het slotbetoog ook zien wat voor mijzelf meer en meer Het Gevoel van de Vierdaagse is geworden: mensen die diepere motieven hebben om een punt in hun leven te markeren, na dikwijls heftige tijden letterlijk door een overwinning op zichzelf iets van zich af te willen lopen om zo met betekenisvolle verhalen uit de anonimiteit te worden opgetild.

 

Het is niet toevallig dat uitgerekend Nijmegen het epicentrum van de Vierdaagse is geworden. Tot in mijn kindertijd de meest katholieke stad van het land, waar tot in de jaren vijftig het ruisen van rozenkransen het verkeersgeluid overstemde. Herman Pleij had mij er nog op gewezen: kern van het katholicisme is de drie-eenheid van schuld, boete en beloning. We hebben als schuldenaren van het eigen falen en de eigen pijn diepe drijfveren om met iets af te rekenen. Daar moeten we een beetje voor lijden. Om daarna te worden beloond. Dat is, zegt Herman me,  ook cirkelgang van de tocht door het Rijk van Nijmegen: iets met jezelf afrekenen , lijf en leden uitdagen door met blaren en spierpijn tientallen kilometers te overbruggen, om tenslotte triomfantelijk in een bloemencorso te worden onthaald op de Via Gladiola. Moraal van het verhaal: God verdween uit Nijmegen, zonder er ooit te zijn vertrokken.

Kijk hier aflevering:

bottom of page